Overhaal, slagfrequentie en slaglengte in de borstcrawl
In de serie over techniek zijn we aangekomen bij het tweede deel van de armslag: de overhaal. Vorige aflevering heb ik de basis gelegd voor het creëren van snelheid in de borstcrawl. Eerder heb ik het belang van een goede ligging besproken.
Een goede overhaal creëert de voorwaarden voor een goede insteek. Daarnaast zorgt een goede overhaal voor geen tot weinig balansverstoring.
Na de overhaal bespreek ik het spanningsveld tussen slaglengte en slagfrequentie.
Recap
1: De borstcrawl doorhaal ziet er van voren uit als een halve diamant.
2: De doorhaal is versnellend naar achter toe. Na een rustige setup, versnel je richting de afduw.
De overhaal van de borstcrawl
Een goede overhaal verstoord de ligging van de borstcrawl niet. Hij is ontspannen en vindt plaats op de juiste afstand van het lichaam.
De juiste afstand van het lichaam is voor iedereen anders. Hij is in ieder geval niet te smal. Een te smalle overhaal blokkeert de schouder en levert juist spanning op.
Ook is hij niet te wijd. Een te wijde overhaal zorgt voor balansverstoringen.
Je haalt over met je ellenboog naar het plafond en de vingers naar de bodem. De onderarm moet hierbij bungelen.
Slaglengte vs. Slagfrequentie.
De formule hierboven is de meest simpele vorm om naar zwemmen te kijken.
Omdat we de afgelopen weken de weerstand natuurlijk tot 0 hebben gekregen (dis is een grapje, maar voor het rekenen vandaag is het wel makkelijker) kijken we alleen naar slaglengte en slagfrequentie.
Slaglengte
Slaglengte is de afstand die je per slag aflegt. Leg je elke slag 1 meter af, dan is je slaglengte een meter. Leg je 2 meter per slag af? Dan is het 2 meter.
Slagfrequentie
De rol van slagfrequentie en slaglengte in de borstcrawl.
Het doel van beter worden is zwemmen is om een zo hoog mogelijke slaglengte te creëren bij een zo hoog mogelijke slaglengte (met een zo laag mogelijke weerstand).
Als je een hele hoge slagfrequentie hebt (veel slagen per minuut doet), maar totaal geen afstand aflegt elke slag (lage slaglengte) ben je niet snel. Andersom leidt een hele lange slaglengte bij een lage frequentie ook tot weinig snelheid.
Je wilt op zoek naar het optimum. En deze is (je raad het al) voor iedereen anders).
Professionele triatleten hebben een slagfrequentie van wel 75 slagen per minuut of hoger.
Wat jou optimum is, moet je ontdekken. Probeer je slaglengte te vergroten door je techniek te verbeteren zonder dat je de slagfrequentie verlaagt.
En als je snel wilt zwemmen zorg er dan voor dat je je slaglengte behoudt als je de frequentie opschroeft. Veel zwemmers gaan slordig zwemmen en gaan daardoor niet sneller.
Dank voor het delen en de feedback!
Stel je vragen of geef feedback
-Laat een bericht achter in het feedback formulier
-Stuur een mail naar janco@first-to-t1.nl